Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • com·pu·ter·ge·stuurd
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen computergestuurd
verbogen computergestuurde
partitief computergestuurds

Bijvoeglijk naamwoord

computergestuurd

  1. door een computer bestuurd en gecontroleerd
    • Vermogensbeheerders bieden computergestuurde fondsen aan. 

Gangbaarheid