compressor
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: compressor (hulp, bestand)
Woordafbreking
- com·pres·sor
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | compressor | compressoren compressors |
verkleinwoord | compressortje | compressortjes |
Zelfstandig naamwoord
de compressor m
- (motortechniek) toestel om gassen samen te persen, gascompressor
- (elektronica) apparaat om de dynamiek van een geluid te reduceren, signaalcompressor
- (informatica) software om de grootte van een computerbestand te reduceren, datacompressor
Hyponiemen
- aanjaagcompressor, aircocompressor, axiaalcompressor, centrifugaalcompressor, gascompressor, luchtcompressor, turbocompressor
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord compressor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "compressor" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be