compenseer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: compenseer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- com·pen·seer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
compenseren |
compenseer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van compenseren
- Ik compenseer.
- gebiedende wijs van compenseren
- Compenseer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van compenseren
- Compenseer je?