commanditaris
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- com·man·di·ta·ris
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van het Franse commanditaire (met het voorvoegsel com- en met het achtervoegsel -aris)
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | commanditaris | commanditarissen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
commanditaris
- (juridisch) stille vennoot in een commanditaire vennootschap
Gangbaarheid
- Het woord 'commanditaris' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.