combinatietang
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: combinatietang (hulp, bestand)
- IPA: / ˌkɔmbiˈna(t)siˌtɑŋ / (5 lettergrepen)
Woordafbreking
- com·bi·na·tie·tang
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van combinatie zn en tang zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | combinatietang | combinatietangen |
verkleinwoord | combinatietangetje | combinatietangetjes |
Zelfstandig naamwoord
- (gereedschap) werktuig waarmee je zowel op verschillende manieren kan vastknijpen als afknippen
- Geef mij die combinatietang eens aan.
- ▸ Heb je nog wat geld, koop er dan meteen een zijkniptang bij, om draad door te knippen. Dat gaat óók met een combinatietang, maar een gevorderde klusser knipt nóóit met een combinatietang.[2]
Vertalingen
1. werktuig waarmee je zowel op verschillende manieren kan vastknijpen als afknippen
Gangbaarheid
- Het woord 'combinatietang' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Warna Oosterbaan“Klussen is niet eng (zeker niet na deze tips)” (16 juni 2017) op nrc.nl