collideren
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: collideren (hulp, bestand)
Woordafbreking
- col·li·de·ren
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Latijn
Werkwoord
collideren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
collideren |
collideerde |
gecollideerd |
zwak -d | volledig |
- botsen zowel in de natuurkundige als in de morele zin van het woord
Gangbaarheid
- Het woord collideren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.