Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • co·de·taal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord codetaal codetalen
verkleinwoord codetaaltje codetaaltjes

Zelfstandig naamwoord

de codetaalv / m

  1. eigen communicatiemiddel binnen bepaalde groepen door het hanteren van codes die alleen binnen die groep betekenis hebben
Verwante begrippen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen