Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • coch·le·air
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen cochleair
verbogen cochleaire
partitief cochleairs

Bijvoeglijk naamwoord

cochleair

  1. (medisch) het slakkenhuis (de cochlea), onderdeel van het binnenoor, betreffend
Vertalingen

Gangbaarheid