Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • clowns·neus
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord clownsneus clownsneuzen
verkleinwoord clownsneusje clownsneusjes

Zelfstandig naamwoord

de clownsneusm

  1. rode dopneus, waarmee clowns zich uitdossen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be