Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • clan·lei·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord clanleider clanleiders
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de clanleiderm

  1. informeel hoofd van een stam of groep bloedverwante mensen
     Koning Dalindyebo kiest nu ook partij in het conflict en zegt dat Mandla geen officiële functies meer mag uitoefenen als clanleider zolang hij het niet heeft bijgelegd met zijn familie. "Hij heeft niet alleen ons boos gemaakt, maar ook zijn eigen familie", laat de koning weten. "Zolang hij bij hen niet welkom is, hebben wij hem ook niet nodig in de Madiba-clan."[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Kleinzoon Mandela op non-actief” (Zondag 7 juli 2013, 08:56), NOS