Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ci·troen·taart
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord citroentaart citroentaarten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de citroentaartv / m

  1. (kookkunst) gebak met citroensmaak
     Het is zondag dus we gaan weer bakken. We maken een frisse citroentaart met een bodem van kokosrasp. De echte liefhebber mag ‘m afmaken met een bolletje vanille-ijs.[2]
     Dus, wat gaat het worden de komende tijd? Makkelijke projectjes zijn leuk voor iedereen die binnen vastzit. Deze chocolade panna cotta is bijvoorbeeld zo gebeurd, met slechts enkele ingrediënten. Of probeer een citroentaart met amandel: een nieuwe draai aan de klassieke koffietaart of ideaal als last minute dessert. Op de site van The New York Times vind je nog meer makkelijke anxiety baking-recepten.[3]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Wat Eten We Vandaag: Citroentaart” (9 jun. 2019), Tubantia
  3.   Weblink bron
    Isabelle Voois
    “Ben je helemaal klaar met thuiszitten? Dit zou weleens rustgevend kunnen zijn” (25-03-2020), Tubantia