Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • cho·reo·gra·feert

Werkwoord

vervoeging van
choreograferen

choreografeert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van choreograferen
    • Jij choreografeert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van choreograferen
    • Hij choreografeert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van choreograferen
    • Choreografeert!