Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • cho·co·la·de·kleur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord chocoladekleur chocoladekleuren
verkleinwoord chocoladekleurtje chocoladekleurtjes

Zelfstandig naamwoord

de chocoladekleurv / m

  1. een bruine kleur zoals die van chocolade
    • Ik heb de achtergrond een chocoladekleurtje gegeven. 

Gangbaarheid