Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • chloor·af·val
Woordherkomst en -opbouw
  • samenstelling van  chloor zn  en  afval zn , in de betekenis "chloorhoudende reststoffen" aangetroffen vanaf 1961 (zie vindplaats hieronder)
enkelvoud meervoud
naamwoord chloorafval -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

chloorafval m / o

  1. onbruikbare reststoffen waarin organische chloorverbindingen zitten
     Door een vraag kwam de heer Mesu er toe over de slechte kwaliteit van het Rijnwater te spreken. Chloorafval van fabrieken in de Elzas en afval van kolen en kalimijnen maken dit zeer slecht.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron Ontwikkelingsdag landbouwschool: Lezingen over Deltaplan en Rusland in Drachten (20 januari 1961) in: Friese Koerier  , jrg. 16 nr. 110, Stichting Je Maintiendrai-Friesland, Heerenveen, p. 5 kol. 6