Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • chijm
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Grieks
enkelvoud meervoud
naamwoord chijm
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de chijmm

  1. de brij die na menging van voedsel en maagsappen, de maag verlaat
Synoniemen

Gangbaarheid

16 % van de Nederlanders;
13 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be