Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • chi·co·rei
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord chicorei chicoreien
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de chicoreim

  1. (landbouw) gemalen en geroosterde witloofwortel
    • Tijdens de oorlog werd de chicorei geroosterd als ersatz voor koffie. 
Synoniemen

Gangbaarheid

62 % van de Nederlanders;
76 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be