Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • chee·ta
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord cheeta cheeta's
verkleinwoord cheetaatje cheetaatjes

Zelfstandig naamwoord

de cheetam

  1. (roofdieren) bepaald soort zoogdier, Acinonyx jubatus  , zeer snelle Afrikaanse katachtige
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

85 % van de Nederlanders;
80 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen