certificaatuitreiking

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • cer·ti·fi·caat·uit·rei·king
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord certificaatuitreiking certificaatuitreikingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de certificaatuitreikingv

  1. (onderwijs) gelegenheid waarbij iemand een bewijs krijgt dat hij of zij een opleiding met goed gevolg heeft voltooid
     Nu kunnen de Afghanen zelf verder', zei hij in het district Imam Sahib, waar de minister en hij de certificaatuitreiking aan Afghaanse agenten bijwoonden.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Hennis bedankt militairen in Afghanistan” (01-07-2013), Tubantia