certificaatuitreiking
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- cer·ti·fi·caat·uit·rei·king
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van certificaat zn en uitreiking zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | certificaatuitreiking | certificaatuitreikingen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de certificaatuitreiking v
- (onderwijs) gelegenheid waarbij iemand een bewijs krijgt dat hij of zij een opleiding met goed gevolg heeft voltooid
- ▸ Nu kunnen de Afghanen zelf verder', zei hij in het district Imam Sahib, waar de minister en hij de certificaatuitreiking aan Afghaanse agenten bijwoonden.[1]
Gangbaarheid
- Het woord certificaatuitreiking staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Hennis bedankt militairen in Afghanistan” (01-07-2013), Tubantia