centstuk
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- cent·stuk
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van cent zn en stuk zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | centstuk | centstukken |
verkleinwoord | centstukje | centstukjes |
Zelfstandig naamwoord
het centstuk o
- (numismatiek) muntstuk met de waarde van 1/100 van de munteenheid
- ▸ Twee Amerikaanse centstukken uit 1792 en 1793 hebben bij een veiling in Orlando respectievelijk 2,6 en 2,35 miljoen dollar opgebracht.[1]
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'centstuk' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Centstukken leveren miljoenen op” (Zaterdag 10 januari 2015, 03:28), NOS