Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • cen·trum·par·tij
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord centrumpartij centrumpartijen
verkleinwoord centrumpartijtje centrumpartijtjes

Zelfstandig naamwoord

de centrumpartijv

  1. (politiek) een partij met een politieke richting of denkwijze in het midden van het politieke spectrum
    • De centrumpartijen zijn eurokritischer geworden. 

Meer informatie

Gangbaarheid