cattuig
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- cat·tuig
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van cat en tuig [1][2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | cattuig | cattuigen |
verkleinwoord | cattuigje | cattuigjes |
Zelfstandig naamwoord
het cattuig o
- (scheepvaart) tuigage met alleen grootzeil (dus zonder fok)
Gangbaarheid
- Het woord 'cattuig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.