categoriseerde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ca·te·go·ri·seer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
categoriseren |
categoriseerde
- enkelvoud verleden tijd van categoriseren
- Ik categoriseerde.
- Jij categoriseerde.
- Hij, zij, het categoriseerde.
- Ik categoriseerde.