Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • ca·que·ta·dik·bek·je
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord
verkleinwoord caquetadikbekje caquetadikbekjes

Zelfstandig naamwoord

het caquetádikbekjeo

  1. (zangvogels) bepaald soort vogel, Sporophila americana murallae   uit de familie Thraupidae   (tangaren), in 1915 als ondersoort van het bont dikbekje geldig beschreven maar later beschouwd als aparte soort, hoewel de South American Classification Committee van de American Ornithological Society het weer als ondersoort beschouwt
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie