campagneweek
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- cam·pag·ne·week
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van campagne zn en week zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | campagneweek | campagneweken |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- week dat men aandacht voor een bepaald onderwerp probeert te krijgen
- ▸ Een campagneweek in september bij onder meer scholen en de Rijksuniversiteit Groningen leverde ruim een miljoen vertalingen op. Die werden opgestuurd naar Google. Nu de internetgigant klaar is met het verwerken ervan, kan de Friese versie van Google Translate online.[1]
- ▸ De cijfers werden bekendgemaakt in Amsterdam, voorafgaand aan de DonorRun (pdf), waarmee de campagneweek officieel wordt afgesloten.[2]
Gangbaarheid
- Het woord campagneweek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Fanôf moarn Google Translate yn it Frysk” (Woensdag 17 februari 2016, 08:22), NOS
- ↑ Weblink bron “Donorweek 2013 "groot succes"” (Zondag 20 oktober 2013, 11:33), NOS