calamiteitenteam
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ca·la·mi·tei·ten·team
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van calamiteit zn en team zn met het invoegsel -en- [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | calamiteitenteam | calamiteitenteams |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het calamiteitenteam o
- ploeg mensen die optreedt bij noodsituaties
- ▸ Hij legt uit hoe de zoektocht verloopt naar het Urker schip, dat onder Belgische vlag vaart. "We hebben hier een calamiteitenteam, met vertegenwoordigers van de visserijsector, de gemeente en reddingsmaatschappijen. Toen we woensdagmiddag hoorden dat er iets mis was, kwamen we meteen bij elkaar."[2]
- ▸ "De reguliere vergadering van de Raad van Bestuur met de Raad van Toezicht op 31 mei 2011 wordt onderbroken, omdat de NOS bij het ziekenhuis informeert naar de Klebsiella uitbraak en aankondigt diezelfde avond hierover een item uit te zenden. De RvB informeert de RvT. Het crisisteam schaalt op naar het calamiteitenteam. De directeur Beheer meldt de uitbraak bij de Inspectie."[3]
Gangbaarheid
- Het woord calamiteitenteam staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ calamiteitenteam op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron “'Veel Urker families hebben zoiets meegemaakt'” (Vrijdag 30 januari 2015, 12:54), NOS
- ↑ Weblink bron Rinke van den Brink“Maasstad: wat ging er mis?” (Donderdag 29 maart 2012, 10:30), NOS