Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • buurt·over·last
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord buurtoverlast
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de buurtoverlastm

  1. hinder die men in de directe leefomgeving ervaart (en die vaak veroorzaakt wordt door mensen die dichtbij wonen)
     Op de vraag welke vorm van buurtoverlast als eerste zou moeten worden aangepakt, antwoordt bijna 30 procent van de ondervraagden 'te hard rijden'. Voor 18 procent krijgt hondenpoep de hoogste prioriteit en 15 procent wil het liefst dat parkeerproblemen als eerste worden aangepakt.[1]
     Een kop thee bij de buren drinken om ze wat beter te leren kennen kan best een goed idee zijn. Want terwijl veel vormen van buurtoverlast afnemen, ergeren we ons steeds meer aan onze buurtgenoten.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Hardrijders en hondenpoep grootste ergernissen” (Maandag 4 juni 2018, 03:10), NOS
  2.   Weblink bron
    Mitchell van de Klundert
    “Balen van de buren: 'Soms werkt praten gewoon niet'” (Zaterdag 23 september 2017, 14:19), NOS