buurtonderzoek
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- buurt·on·der·zoek
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van buurt zn en onderzoek zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | buurtonderzoek | buurtonderzoeken |
verkleinwoord | buurtonderzoekje | buurtonderzoekjes |
Zelfstandig naamwoord
het buurtonderzoek o
- onderzoek wat de politie doet in de omgeving van de plaats van een misdaad
- ▸ De politie wil onder meer onderzoeken of er al eerder wiet is gekweekt en geoogst op het schip. Ook doet de politie een buurtonderzoek.[1]
- ▸ De politie noemt het "waarschijnlijk" dat beide mannen het pand in de Maastrichtse wijk Mariaberg bewoonden. Wat wat daar precies is gebeurd, is nog niet bekend. De politie houdt nadrukkelijk alle scenario's open. De omgeving is afgezet, forensische onderzoekers zoeken sinds gisteravond naar sporen en er wordt buurtonderzoek gedaan. Zoals gebruikelijk vindt ook een schouw van beide lichamen plaats om zo de doodsoorzaak te achterhalen.[2]
Gangbaarheid
- Het woord buurtonderzoek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron NOS Nieuws“Gevaar door hennepboot met 2000 planten in Werkendam” (Vrijdag 9 oktober 2020, 15:49), NOS
- ↑ Weblink bron NOS Nieuws“Politie vermoedt misdrijf in woning Maastricht: twee doden” (Zaterdag 26 maart 2022, 17:20), NOS