Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • buurt·bi·blio·theek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord buurtbibliotheek buurtbibliotheken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de buurtbibliotheekv

  1. klein, door vrijwilligers gerund filiaal van een grotere bibliotheek
     Op het schoolterrein ligt een perceel zwarte grond klaar om in gebruik te worden genomen als buurtmoestuin. Er komen straks ook verhoogde bakken voor mensen die niet kunnen bukken. Beien zelf ontwikkelt vanuit de voormalige school activiteiten, die alles met energie, duurzaamheid of beter voedsel te maken hebben. Zoals het gezamenlijk inkopen en plaatsen van zonnepanelen (de buurt die zelf deels in de energie voorziet), een natuurhonk waar creatief met producten uit de natuur wordt omgegaan, een kleine buurtbibliotheek, kookworkshops, biomaaltijden en thema-avonden over duurzaamheid en energiebesparing. De keuken komt voor een deel uit de voormalige tbs-kliniek Oldenkotte. De opening van Beien is donderdag 5 februari.[1]
     Vanaf zaterdag 17 uur is de bibliotheek in elk geval gesloten tot en met 31 maart. De jeugd- en buurtbibliotheken in basisschool De Regenboog, De Bouwhof en in de Prinses Margrietschool blijven vooralsnog geopend. Ook de Boekenbus rijdt de gebruikelijke route.[2]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Beien in Mekkelholt loopt aardig vol” (22-01-2015), Tubantia
  2.   Weblink bron
    Johannes Rutgers
    “Boek lenen kan in Apeldoorn alleen nog vrijdag en zaterdag, daarna zit de bieb dicht” (13-03-2020), Tubantia