buurprovincie

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  buurprovincie    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• buur·pro·vin·cie

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  buur zn  en  provincie zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	buurprovincie	buurprovincies
verkleinwoord	buurprovincietje	buurprovincietjes

Zelfstandig naamwoord

de buurprovincie v

1. een provincie die grenst aan de eigen provincie

   ▸ De provincie Groningen heeft een brandbrief gestuurd naar de Duitse buurprovincie Nedersaksen. Daarin wordt de oosterburen gevraagd om nieuwe megastallen voortaan verder van de grens te bouwen.

   ▸ Volgens enkele bronnen in Jemen zitten al-Qaida-terroristen achter de aanslag, maar het is nog onduidelijk of dat echt zo is. Het militaire konvooi was op weg naar de buurprovincie Abyan. Strijders van al-Qaida grepen daar ongeveer twee maanden geleden de macht.

Gangbaarheid

• Het woord buurprovincie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.