burgerschap
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: burgerschap (hulp, bestand)
Woordafbreking
- bur·ger·schap
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | burgerschap | burgerschappen |
verkleinwoord | burgerschapje | burgerschapjes |
Zelfstandig naamwoord
het burgerschap o
- een juridische band van een individu met een staat, waaraan bepaalde rechten en plichten verbonden zijn
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord burgerschap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "burgerschap" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be