Nederlands

 
1. Een buní, Katsuwonus pelamis, is een soort tonijn.
Uitspraak
Woordafbreking
  • bu·ní
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord buní buní's
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de bunív / m

  1. (straalvinnigen) (visserij) bepaald soort vis, Katsuwonus pelamis   uit de familie van makrelen
     Maar nog geen drie stappen verder word ik weer geroepen en gevraagd nog een laatste foto te maken, met de prachtige vis die ze die morgen vers uit het water hebben gehaald, een buní (tonijn).[1]
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron Gearchiveerde versie
    Solange Hendrikse
    Zondagochtend in Otrobanda in: AD Wikènt (8 april 2017), ABCourant NV, Willemstad, p. 19 kol. 3