buitenwerkingstelling

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bui·ten·wer·king·stel·ling
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord buitenwerkingstelling buitenwerkingstellingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de buitenwerkingstellingv

  1. (juridisch) een wet niet meer van kracht laten zijn
     Hij wenst geen inhoudelijke aanpassingen aan de avondklok, maar kiest meteen voor een buitenwerkingstelling.[1]
  2. een apparaat niet meer laten functioneren
     Kroezen zegt dat hij bij de Rabobank telefonisch van het kastje naar de muur is gestuurd. Een reden voor de buitenwerkingstelling heeft hij niet gekregen.[2]
     Eind 2033 is nu de sluitingsdatum, „tenzij uit veiligheidsoverwegingen" buitenwerkingstelling eerder geboden is.[3]
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Carmen Dorlo
    “Is de avondklok nu opgeheven? En vijf andere vragen over de avondklok-rechtszaak” (16-02-2021), NOS
  2.   Weblink bron “CDA in de bres voor terugkeer pinautomaat in Lonneker” (15-12-2019), Tubantia
  3.   Weblink bron “Borssele open tot eind 2033” (10 januari 2006), Reformatorisch Dagblad