buitenwerkingstelling
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bui·ten·wer·king·stel·ling
Woordherkomst en -opbouw
- buiten en naamwoord van handeling werken en stellen met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | buitenwerkingstelling | buitenwerkingstellingen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de buitenwerkingstelling v
- (juridisch) een wet niet meer van kracht laten zijn
- ▸ Hij wenst geen inhoudelijke aanpassingen aan de avondklok, maar kiest meteen voor een buitenwerkingstelling.[1]
- een apparaat niet meer laten functioneren
Synoniemen
- [1] derogatie, ontbinding
Gangbaarheid
- Het woord buitenwerkingstelling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Carmen Dorlo“Is de avondklok nu opgeheven? En vijf andere vragen over de avondklok-rechtszaak” (16-02-2021), NOS
- ↑ Weblink bron “CDA in de bres voor terugkeer pinautomaat in Lonneker” (15-12-2019), Tubantia
- ↑ Weblink bron “Borssele open tot eind 2033” (10 januari 2006), Reformatorisch Dagblad