Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bui·ten·spel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord buitenspel -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

buitenspel o

  1. (voetbal) een overtreding van een regel die een aanvaller verbiedt zich achter de lijn van de laatste verdediger te bevinden
    • Het buitenspel van deze speler werd achteraf zwaar in twijfel getrokken. 
  2. spel dat men buiten beoefent (zie ook buitensport)
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Bijwoord

buitenspel

  1. (voetbal) zich in overtreding van bovenstaande regel bevindend
    • De speler stond duidelijk buitenspel. 
Uitdrukkingen en gezegden
  • iemand buitenspel zetten
zorgen dat iemand niet meer kan mee doen
Wat ze doen? Ze koppelen klanten direct aan producenten van groene stroom, buiten de grote energiebedrijven om. En zetten de markt op zijn kop doordat ze de handel in stroom van de traditionele energiebedrijven, buitenspel zetten. [1]
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Renée Postma NRC 2 januari 2016
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be