buitenruimte
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bui·ten·ruim·te
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van buiten en ruimte
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | buitenruimte | buitenruimten buitenruimtes |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de buitenruimte v
- ruimte in de openlucht
- ▸ De gemeente stelde 9 miljoen euro beschikbaar, opende een jongerenloket en regelde gezinscoaches. Maar de wijk krabbelt slechts langzaam op en het aantal klachten over de buitenruimte blijft groot. "Ziet nou niemand van de gemeente dat het een rotzooi is?", vraagt een bewoonster zich af bij de regionale omroep Rijnmond. Volgens haar is het elke dag weer raak met huisraad en vuilniszakken naast de containers.[1]
Antoniemen
Gangbaarheid
- Het woord buitenruimte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Oud-Crooswijk was armste wijk, miljoenen verder gaat het iets beter” (02-10-2021), NOS