buitenlandertjes
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: buitenlandertjes (hulp, bestand)
- IPA: /ˈbœytə(n)lɑndərcəs/
Woordafbreking
- bui·ten·lan·der·tjes
Zelfstandig naamwoord
de buitenlandertjes mv
- verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord buitenlander