buitenkerkelijke
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: buitenkerkelijke (hulp, bestand)
- IPA: / ˌbœyte(n)ˈkɛrkələk / (5 lettergrepen)
Woordafbreking
- bui·ten·ker·ke·lij·ke
Woordherkomst en -opbouw
- bn: buitenkerkelijk bn met de uitgang -e
- zn: afgeleid van buitenkerkelijk bn met het achtervoegsel -e [1]
Bijvoeglijk naamwoord
buitenkerkelijke
- verbogen vorm van de stellende trap van buitenkerkelijk
- ▸ Eén van deze buitenkerkelijke vormen van religie die inmiddels een grote geloofsgemeenschap kent, is sport in het algemeen en voetbal in het bijzonder. De analogie dringt zich vrij eenvoudig op. In Amsterdam denkt men te beschikken over 'Godenzonen', het Wembley-stadion beschikt over 'het heilige gras' en de Rotterdamse Kuip beschouwt men als 'een voetbaltempel'.[2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | buitenkerkelijke | buitenkerkelijken |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- iemand die geen lid is van een kerkgenootschap
Gangbaarheid
- Het woord buitenkerkelijke staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Anton C. Zijderveld en Mark van Ostaijen“'Godenzonen, het heilige gras en de verlosser: voetbal is een religie'” (16-01-2012), Tubantia