Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bu·fie
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

het bufieo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord buuf
    • Voor altijd missen wij nu onze lieve bufie A. Jongedijk [1]
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen