bruinborstbospatrijs
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- bruin·borst·bos·pa·trijs
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bruinborst zn en bospatrijs zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bruinborstbospatrijs | bruinborstbospatrijzen |
verkleinwoord | bruinborstbospatrijsje | bruinborstbospatrijsjes |
Zelfstandig naamwoord
- (hoendervogels) Arborophila brunneopectus een vogel uit de familie fazantachtigen (Phasianidae). De wetenschappelijke naam van de soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1855 door Edward Blyth. De soort komt voor in Zuidoost-Azië en telt 3 ondersoorten
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'bruinborstbospatrijs' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.