broodnood
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- brood·nood
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van brood zn en nood zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | broodnood | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de broodnood m
- acuut geld nodig hebben voor de dagelijkse levensbehoeften terwijl een aangevraagde uitkering nog in behandeling is
- ▸ ChristenUnie, CDA en PvdA: Kabinet moet prostituees in acute broodnood snel helpen[1]
- voorschot op een uitkering die nog in behandeling is om de dagelijkse levensbehoeften te kunnen betalen
Gangbaarheid
- Het woord broodnood staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “ChristenUnie, CDA en PvdA: Kabinet moet prostituees in acute broodnood snel helpen” (Zaterdag 25 april 2020, 10:54), NOS