bromvlieg
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- brom·vlieg
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van brom ww en vlieg zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bromvlieg | bromvliegen |
verkleinwoord | bromvliegje | bromvliegjes |
Zelfstandig naamwoord
- (tweevleugeligen) grote dikke blauwe vlieg die een brommend geluid maakt uit de familie Calliphoridae van de orde Diptera . De familie staat in 2011 bekend als niet-monofyletisch, maar de juiste indeling staat nog ter discussie
Hyperoniemen
Verwante begrippen
- clustervlieg, groene paddenvlieg, groene vleesvlieg, keizersvlieg, lijkenvlieg, roodbaard-bromvlieg, roodwangbromvlieg, schroefwormvlieg
Vertalingen
1. grote dikke blauwe vlieg die een brommend geluid maakt
Gangbaarheid
- Het woord bromvlieg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bromvlieg" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be