broei
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- broei
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | broei | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de broei m
- heet water
- verhitting door gisting
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
- [2] gisting
Werkwoord
vervoeging van |
---|
broeien |
broei
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van broeien
- Ik broei.
- gebiedende wijs van broeien
- Broei!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van broeien
- Broei je?
Gangbaarheid
- Het woord broei staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "broei" herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
83 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be