Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bril·len·glas
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord brillenglas brillenglazen
verkleinwoord brillenglaasje brillenglaasjes

Zelfstandig naamwoord

het brillenglaso

  1. (optica) de lens van een bril, die oogafwijkingen corrigeert
    • Het slijpen van een brillenglas is het werk van een opticien. 
Holoniemen
Verwante begrippen
Hyponiemen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid