brijlepel
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- brij·le·pel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van brij en lepel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | brijlepel | brijlepels |
verkleinwoord | brijlepeltje | brijlepeltjes |
Zelfstandig naamwoord
de brijlepel m
- de lepel die in de brijpot staat
Gangbaarheid
- Het woord 'brijlepel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.