breedbuikgroefbij

Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • breed·buik·groef·bij
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord breedbuikgroefbij breedbuikgroefbijen
verkleinwoord breedbuikgroefbijtje breedbuikgroefbijtjes

Zelfstandig naamwoord

de breedbuikgroefbijv / m

  1. (vliesvleugeligen) Lasioglossum lativentre   een vliesvleugelig insect uit de familie Halictidae. De wetenschappelijke naam van de soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1853 door Schenck
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie