brandwondenziekenhuis

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • brand·won·den·zie·ken·huis
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord brandwondenziekenhuis brandwondenziekenhuizen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het brandwondenziekenhuiso

  1. (medisch) ziekenhuis waar patiënten met ernstige brandwonden kan behandelen
     Op het eerste gezicht lijkt het een beetje goed nieuws: er kwamen wat minder vuurwerkslachtoffers op de spoedeisende hulpen dan vorig jaar. Maar de slachtoffers waren wel ernstiger gewond dan andere jaren en ze waren vaak jong. Die verwondingen aan gezicht en handen zijn vaak zo erg, dat zelfs de artsen van het brandwondenziekenhuis ervan onder de indruk zijn.[1]
     Vier gewonden zijn naar het ziekenhuis gebracht, een van hen is in kritieke toestand. Hij ligt in het brandwondenziekenhuis in Beverwijk. Zes andere gewonden konden ter plekke worden behandeld. Zij hebben rook ingeademd.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “"Veel gewonden door legaal vuurwerk"” (Zaterdag 4 januari 2014, 19:43), NOS
  2.   Weblink bron “Gewonden bij brand bedrijf Schiphol” (Vrijdag 10 augustus 2012, 12:19), NOS