Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • brand·ko·raal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord brandkoraal brandkoralen
verkleinwoord brandkoraaltje brandkoraaltjes

Zelfstandig naamwoord

de brandkoraalv / m

  1. (neteldieren) bepaald ongewerveld dier, Millepora  , berucht om zijn neteldraden die vaak branderige ontstekingen op de huid veroorzaken; komt voor in de Rode Zee, Indische Oceaan en Stille Oceaan en tropische delen van de westelijke Atlantische Oceaan en de Caribische Zee
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen