branders
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bran·ders
Zelfstandig naamwoord
de branders mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord brander
Noors
Uitspraak
Woordafbreking
- bran·ders
Naar frequentie | zeldzaam |
---|
Zelfstandig naamwoord
branders
- nominatief onbepaald mannelijk meervoud van brand
Zelfstandig naamwoord
branders
- nominatief onbepaald mannelijk meervoud van brande