Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • brand·be·strij·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord brandbestrijder brandbestrijders
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de brandbestrijderm

  1. (beroep) iemand die de taak heeft om een brand te blussen en uitbreiding ervan te beperken

Meer informatie