brali
Nedersorbisch
Uitspraak
- IPA: /bralʲi/
Werkwoord
brali
- meervoud voltooid (verleden) deelwoord bedrijvende vorm van braś
Pools
Werkwoord
brali
- derde persoon meervoud verleden tijd van brać
Tsjechisch
Uitspraak
- IPA: /bralɪ/
Woordafbreking
- bra·li
Werkwoord
brali
- bezield mannelijk derde persoon meervoud verleden tijd van het imperfectieve werkwoord brát
- bezield mannelijk meervoud actief deelwoord van het imperfectieve werkwoord brát