brachten naderbij
- brach·ten na·der·bij
vervoeging van |
---|
naderbijbrengen |
brachten (...) naderbij
- meervoud verleden tijd van naderbijbrengen
- Wij brachten naderbij.
- Jullie brachten naderbij.
- Zij brachten naderbij.
- Wij brachten naderbij.
vervoeging van |
---|
naderbijbrengen |
brachten (...) naderbij